Grenzen en “de” grens

De geest is een bijzonder mechanische. Jaren geleden kwam de diagnose “Alzheimer” bij mijn moeder en je eerste grens is gelegd. “Ze is nog goed en ach ze vergeet af en toe wat” en daar leer je mee omgaan.

Dan gaan er spullen verdwijnen en gebeuren er gekke dingen. Telefoontjes met paniek of rare vragen “hoe laat komt je vader thuis” terwij de beste man al gestorven is in 1995. Ach denk je, ze vergeet wel eens wat en de grens is verlegt.

Telefoontjes van de buurman omdat ze de weg kwijt was, midden in de nacht boodschappen wil gaan doen in alleen een hemdje mid winter.. Ach gelukkig heeft ze oplettende buren en brengen we haar wel weer terug.

7 keer per dag opgebeld worden wederom in paniek en als je dan met gierende hartkleppen voor de deur staat de verwonding en blijdschap dat je “zo maar langskomt” Je plant je leven meer en meer om haar heen en blijft vaker en langer in de buurt. Grens aangepast.

Gevaarlijke situaties in huis, gas afsluiten, gevaarlijke stoffen weghalen of achter slot en grendel zetten. Melk in de koffiemachine en koffie in de koelkast. Verse worst van 2 weken geleden in de boekenkast gevolgd door een festijn van insecten die het rottende vlees als feestmaal zien.

Hulp voor opstaan, hulp voor eten, hulp in de huishouding, hulp voor de avond en hulp voor de nacht. Colportage aan de deur en 35 keer wisselen van energie leverancier. Maffe gezondheids pakketten in de post en abonnementen op de meest vreemde dingen. We zeggen het wel weer af en verleggen de grens.

Opname in een huis omdat thuis na zoveel jaar onhoudbaar is geworden. Met pijn in je hart laat je haar achter in een vreemd bed in een  vreemd huis. Wekenlang beantwoord je de vraag “gaan we naar huis?” met “ja straks ma” tot het moment dat de vraag niet meer komt. Grens..

Van gesprekken naar verwarde gesprekken. Van verwarde gesprekken naar woorden wisselen, van woorden wisselen naar blikken en een traan en een lach.

Van samen door de gangen lopen, koffie drinken in de tuin naar achter een rolator kleine stukjes naar een rolstoel. Van de tuin naar het restaurant, van het restaurant naar de huiskamer. Van samen koffie drinken naar alleen koffie drinken.

Nu zat ze alleen in haar stoel, hele dagen “zit” ze uit. Samen konden we lachen.. Bulderen.. Nu lacht ze niet meer. Ze huilde veel, nu huilt ze niet meer.

Knuffelen deed ze veel, nu steeds minder. Ze zit en kijkt… Gevangen in haar eigen steeds kleiner wordende wereld.

Vanmorgen verlegde we weer een grens. Wegvallen en wegtrekken, hoogstwaarschijnlijk een TIA (kleine bloeding in de hersenen). Haar ogen gaan nu niet meer open en ze slaapt of lijkt te slapen. Ik hou een rietje voor haar mond en verdomd ze drinkt, uit zichzelf…

Van een hartelijke lachende verzorgende moeder naar blijdschap als ze drinkt. Met recht hebben we heel wat grenzen gepasseerd samen. En hoe zeer ik haar ook haar rust gun zie ik toch enorm op tegen het gat dat ze zal gaan achterlaten.

image

Een gat dat nooit iemand meer kan vullen.

Ik heb verkering!!!

Of ik een aantal vragen wilde beantwoorden vroeg de verzorgende die op de afdeling van mijn moeder werkt. Voor haar opleiding moest er ook een gesprek zijn met een client onder toezicht van een begeleider. Uiteraard wilde ik dat doen, ze zijn altijd zo goed voor mijn moeder, hoe kan ik hen nou wat weigeren.

Met dochter op naar het verpleeghuis om het gesprek aan te gaan. Eerst even bij mijn moeder langsgegaan natuurlijk en haar een vette knuffel gegeven. Daarna nog even staan kletsen met de bewoners en de verzorgers van dienst. Ik ken iedereen inmiddels redelijk goed en bij voornaam dus er is altijd wel wat te praten. Na wat stukken roze koek, wat ze overigens heeeerlijk vind, aan mijn moeder te hebben gegeven loop ik mee met de verzorgster om het gesprek te doen. Het is het bespreken van een client plan en de wensen die de nabestaanden hebben in het geval van overlijden.

Het zijn van die gekke gesprekken.. Je praat over het stukje na de dood terwijl het lijdende voorwerp een kamer achter je zit te vegeteren. “Wat gaan we doen als ze terminaal is” etc of “wil ze een laatste sacrament” en waar ze opgebaard zou kunnen worden. Uiteraard ook gesproken over hoe de laatste stappen in haar leven te benaderen. Rekken of langzaam laten gaan, zal jullie niet verbazen dat ik voor de laatste kies. Ook de gewone vragen die willen weten hoe ik de zorg voor mijn moeder ervaar en ik krijg eindelijk weer eens de kans te zeggen dat ik heel erg tevreden ben over ze. Dat ze allemaal hun uiterste best doen de kwaliteit van mijn moeders leven zo hoog mogelijk te houden. Ben ze dankbaar ook al weet ik dat ze “gewoon” hun werk doen.

Na afloop ga ik met mijn dochter, die er het hele gesprek bij zat overigens, terug naar mijn moeder. Sta even te kletsen met de vaste bewoners en wissel de geijkte gesprekken uit. Iets met een woonplaats aan de Vecht bijvoorbeeld 😉 Ik heb al eens eerder geblogt over een oud dametje dat daar zit. Ongelukkig daar terecht gekomen na een operatie en narcose. Voor die tijd prima in orde, na die tijd bam.. verpleeghuis. Ze is dik in de 90 maar loopt er nog redelijk goed op los en praat ook best goed. Ze “bromt” ook de hele tijd waardoor ze de bijnaam “de cavia” heeft gekregen in mijn jargon.

Ze was in een gekke bui en heel aanhankelijk. Ze had al geknuffeld met een verzorgster en ik ging zitten op de stoel naast mijn moeder.. die stoel stond ook naast haar. Ze kijkt me aan en begint te praten over hoe fijn ze het vind dat ik er ben. Ik vertel haar dat ik het ook fijn vind er weer te zijn en vraag of het goed gaat. Ze kijkt me aan en leunt naar me toe met haar handen uitgestrekt. Al brommende zegt ze dat ze zo blij is en wil me knuffelen. Ik knuffel haar stevig en ze kust me meerdere malen op de wang.

Als ze weer terug zakt in haar stoel kijkt ze een beetje verschrikt om zich heen. Zichtbaar aangedaan door iets (jajajaja die uitwerking heb ik soms) begint ze een beetje angstig te praten.

“mijn mama en mijn papa.. ja mijn papa mag niet zien dat ik gekust heb hoor…”

“ze mag niet weten dat ik een kus heb gehad, hier.. en hier” en ze wijst op haar beide wangen.

“Ik mag het eigenlijk niet… verkering.. want mijn man komt ook thuis.. en mijn papa en mijn mama morgen het niet weten”

In ene keek ze me weer aan en begreep ik dat ze het over mij had, ik verkering?? Ze wilde me andermaal knuffelen en wederom kreeg ik een dikke kus op mijn wang. Mijn dochter kreeg er ook 1 inclusief de opmerking dat het een mooie meid was .. en wie ben ik (ja der vader) om dat tegen te spreken 😉

“Niet vertellen hoor” roept ze me nog na.. en wat doe ik… sja..

MAAR IK HEB VERKERING!!!!!

Mijn moeder keek het maar een beetje aan.

Ma_16-06-2013

Cirkels

Ma_1 Juni 2013

Ik weet soms niet meer wat ik moet schrijven. Noem het een schrijversblok, een gebrek aan inspiratie of domweg omdat er niets nieuws te melden is. De dagen komen en de dagen gaan, elke dag weer. Soms maak je wat mee en soms helemaal niets. En als je dan al wat mee maakt dan komt dat in vele vormen. Positief, negatief.. dingen die je wel wilt delen en dingen die je niet kunt of wil delen.

Het was even geleden dat ik weer bij mijn moeder was geweest, althans dat ik de tijd genomen heb. Ik kom er wel maar soms met iets te veel haast in het lijf. Soms is er een zoon of dochter mee en dan maak jet het bezoek toch wat korter. Vandaag kon ik weer eens tijd maken om er gewoon te zijn.

Op de fiets om onderweg een poging te wagen het hoofd een beetje leeg te fietsen en tijdens het leegmaken doe je ook nog een beetje Cardio EN het kost helemaal niets.. een win win win of zo iets. Het is een mooie route naar mijn moeder althans die kun je er van maken als je van de gebaande paden durft af te wijken. In plaats van het “van A naar B” gaan probeer ik de route te zien als iets wat ik zelf kan beïnvloeden. Een mooie route dus, klein beetje door de mooiere wijken van ons mooie Hilversum om vervolgens via een stukje bos op de hei te belanden.

Weidse (voor zover mogelijk) uitzichten over de hei welke door de zon in alle pracht aan het ontwaken is. Overal mensen, stelletjes, loners en ouderen al dan niet met of zonder hond bewandelen op het gemak de heide. Het zonnetje op het bolletje en gekleed in goddelijk t-shirt keutel ik op mijn gemak richting het verpleeghuis.

Het laatste stukje is een lange weg door het bos, mijn moeder heeft het geluk op 1 van de mooiste plekjes te zitten wat betreft verpleeghuis. Gevangen tussen “Duiker” en andere grootheden der architectuur en mooi groen bos staat het, overigens saaie 70’er jaren bouw, verpleeghuis. In de buurt van het huis zie je de mensen komen en gaan. Op bezoek of net op bezoek geweest bij hun vader, moeder of geliefde. Mensen die gaan zijn vaak uitbundiger dan de mensen die komen.. niet gek ook omdat je wederom weer gewezen bent op de tekortkomingen die de ziekte met zich meebrengt.

Lekker gefietst en tikkeltje (jaja ook een dagje ouder) moe in de benen parkeer ik de fiets en loop het warme tehuis binnen. Bezoekers en bewoners mixen zich bij de receptie en de gang. Voor het getrainde oog vaak overduidelijk in welke categorie ze horen begroet je zo op de daarvoor meest geschikte wijze.

Jan, die de hele dag rondjes loopt door de gangen en om de 5 meter stopt en hardop aan zichzelf vermeld “Hij doet het niet hoor.. hij doet het niet” en dan weer 5 meter verder loopt en grote snelle pas. Of Greet die hoofd naar beneden, keurig gekleed langzaam door de gangen sloft en heel af en toe schichtig op kijkt. Zeg je haar vriendelijk gedag kijkt ze je altijd een beetje verlegen aan en lacht vriendelijk. Ans kijkt helemaal niet meer en zit graag in een hoekje.. ze vind het daar fijn of ze krijgt rust. Altijd gewapend met handtas alsof ze elk moment opgehaald kan worden door een iemand die haar lief is.

Via de trap ga ik naar de eerste verdieping alwaar zich dezelfde scenes afspelen. Riet in de hoek naast de deur, haar hoofd in haar handen en ogenschijnlijk verdrietig. Haar ogen zijn altijd getekend met diep donkere wallen alsof ze heel hard heeft gehuild.

Ansje sloft over de gangen op zoek naar een sigaret of iets anders wat ze kwijt is maar altijd de sigaret. Als ze in de huiskamer zit waar ook mijn moeder zit dan kan ze slecht blijven zitten. Elke 5 minuten spreekt ze “ik wil een sigaret, ik wil een sigaret, ik wil een sigaret” net zolang totdat de verzorging aangeeft dat ze er net 1 op heeft en dat ze straks weer een sigaret mag. De komende 5 minuten is ze dan weer rustig.. Ik vroeg me wel eens af waarom ze haar niet gewoon de sigaret gaven, echt veel slechter met de gezondheid kan het toch niet meer gaan. Het antwoord was even simpel als terecht.. “omdat we haar niet alleen kunnen laten met en sigaret” .. Er zijn nog meer mensen en werk dat ook aandacht vergt.. Simpel en logisch.

Naast mijn moeder Bet, en Bet praat in raadsels. Ze roept altijd “zuster… Zuster” met veel volume en als de dan gehoord wordt weet ze niet meer wat ze wilde vragen. Vandaag had ze haar zinnen gezet op de bloemen en verteld, in raadsels, dat de bloemen zo mooi waren. De bloemen waren ook heel mooi, paars en gele bloemen vulde de vaas op tafel.

Meneer Bart zit in zijn rolstoel en nadat ik naast mijn moeder ben gaan zitten vraagt hij mijn aandacht. “Hey .. hey jongen!!” roept hij mijn kant op. Nagenoeg iedereen ken ik bij naam of achternaam en ook mijnheer Bart spreek ik aan met zijn achternaam. “Wat leuk dat je komt jongen” verteld hij. Ik geef aan dat ik graag kom naar iedereen daar. Per slot voor rekening is het allemaal een beetje familie geworden. De meest krijgen niet zoveel bezoek en de afwisseling vinden ze wel fijn. “Vriendelijk bedankt hoor!!” zegt mijnheer Bart een keer of 5 tegen me en ik beantwoord hem met een vriendelijk lach.

Mijn moeder ziet het allemaal aan en balanceert tussen slaap en wakker. Het toedienen van de morfine heeft een apart effect op haar. Ze is suffer dan voorheen maar ook meer alert dan voorheen. Klinkt als een tegenstelling en in elke normale situatie ben ik het daar mee eens maar voor mensen met Alzheimer is niets normaal meer. Ze heeft een knuffel op schoot. En hond, een Sint Bernard om precies te zijn. Lekker zacht en ze houd hem ook stevig vast.

Samen drinken we koffie en ik praat wat met de verzorging en de bewoners. Er heerst een beetje raar sfeertje. Soms gebeurt  het dat ze niet zo lief zijn tegen elkaar. Ze hitsen elkaar op en de verwensingen, over niets overigens, vliegen over de tafel en door de gang.

Ansje zit binnen en gaat staan, ze is er van overtuigd dat een medebewoner haar vest heeft meegenomen. Het maakt niet uit welke medebewoner maar die heeft het gedaan. Bij de deur staat ze en als een kind dat oneerlijk behandeld is barst ze uit in tranen en snikt dat ze har vest terug wil. De verzorging pakt het mooi op en brengt haar tot bedaren. Nadat ze weer zit is de eerste opmerking of ze een sigaret mag.

Ik geef mijn moeder een stukje chocolade en nadat ze het eerste hapje heeft genomen geniet ze er zienderogen van. Op de vraag of ze nog een stukje wil kijkt ze me aan en spreekt luid en duidelijk ” Graag!” De verzorging hoort het en is met mij net zo verbaasd als ontroerd. Het zijn die kleine dingen die je nog wat doen en dat is niet uit te leggen aan iemand die dit nog nooit heeft meegemaakt.

Terwijl ik bezig ben komt Riet vervaarlijk op me afgelopen en sist me toe “wat mijn intenties zijn” Vanzelfsprekend antwoord ik dat ik niets anders dan goeds in de zin heb maar ze is er niet gerust op. Ik steek mijn hand uit als gebaar van vertrouwen en alles wat ik terug krijg zijn een paar flinke tikken op mijn hand en een blik die mogelijkerwijs echt kan doden.. en ze loopt weer weg.

De verzorging heeft spekkies gehaald voor mijn moeder, lekker zoet en zacht waardoor ze het met haar tandeloze mond lekker kan wegwerken zonder al te veel moeite. Ik breek een stukje af en geef het haar. Heerlijk sabbelt ze het weg en tijdens het opeten maak ik de opmerking “Spekkie voor het bekkie” en ze zet het op een lachen. En wederom is iedereen verbaast over de helderheid die ze af en toe toont.

Onderwijl begint het kibbelen weer in de huiskamer en mijn moeder begint weer te huilen. Het was iedereen die met haar werkte al opgevallen dat ze slecht tegen ruzie kan. Iets dat ze in haar onderbewustzijn nog steeds bij zich draagt. Ze kon er vroeger ook al slecht tegen als ik ruzie had met mijn broers of mijn vader over iets onbenulligs. Ze was bij gezondheid een van de beste politica geweest denk ik als ze dat had gewild. Het bemiddelen in conflicten was haar allersterkste punt en hoe ze het deed weet ik niet maar ze wist het altijd zo te draaien dat niemand zich echt in het ongelijk gesteld voelde. Misschien dat ik het allemaal teveel aan het romantiseren ben.. dat kan natuurlijk en al zou het… boeie!

Ik knuffel haar en ga weer weg na een kleine anderhalf uur verpleeghuis. Wederom op de fiets, door de mooie stukjes van Hilversum waar ik ooit voor het eerst geweest ben met mijn ouders en waar ik nu voor kies om te fietsen. En ik ben dankbaar voor de enkele momenten dat ik respons krijg, de lach op het gezicht of de geruststelling op een anders gezicht als ik zeg dat ” het allemaal wel goed komt”. Het hoofd leegfietsen, de hei over en terugdenken aan mooie tijden in de stille hop dat ooit mijn kinderen hetzelfde zullen denken en voelen als ik.

Een mooie vervolmaking van de cirkel van ouderschap.