We lopen binnen en ik zie het direct, langzaam schuifelend aan de relingen die aan de muur bevestigd zijn loopt ze door de gang. Rode ogen en neergeslagen gezicht. Was al een paar dagen niet geweest en keer eigenlijk uit naar een iets dat we de laatste weken hadden. Beetje lachen, kijken en genieten van de najaarszon… helaas…
Ik roep haar en ze kijkt langzaam op… normaal een blij gezicht omdat ze een voor haar vriendelijk gezicht ziet… nu direct tranen in haar ogen. Ze weet niet we ik en we zijn maar door de aandacht en misschien een vreemdsoortige herkenning geeft ze toe aan haar schijnbare verdriet. Ik vraag haar of ze lekker mee gaat een kopje koffie drinken en even lijkt ze om te slaan en vrolijk te worden. Ook het aanzicht van Mira (de hond) en Nick de jongste die in de buggy eens keurend omhoog kijkt naar oma.
Het bijzondere is dat de fysieke staat van mijn moeder direct gelinkt is aan haar psychische staat. Is ze vrolijk en opgewekt dan loopt ze rechtop, hoofd naar voren en met redelijke pas… is ze terneergeslagen loopt ze met veel twijfel en langzaam. Ik geef haar een arm en neem haar mee de gang in. Het gaat langzaam… heel langzaam… onderweg brabbelt ze wat en af en toe begint ze te snikken. Ze kan vandaag slecht tegen herrie en de vreugde kreten van Nick die onderhouden wordt door zijn zus voelen bij haar als gillen en onwenselijk.
Buiten schijnt de zon en ondanks dat het niet heel erg warm is geeft de zon voldoende reden om lekker buiten te zitten. Ook hier als ze in slechte staat is heeft ze het altijd koud… vandaag niet anders. Ik hang mijn jasje over haar heen en dat helpt. Iets drinken is wat we altijd doen, koffie, sapje en soms wat lekkers er bij.. ik beperk me tot drinken… Ik vraag aan haar wat ze wil drinken…
“ja… euh… … ja… he?”
of je wat wilt drinken ma…
“ja dat is goed….”
Wat wil je hebben?
“he? oh.. wat een lekker klein jong is dat toch… ”
Ja inderdaad.. lijkt op zijn vader he…
“he? .. ja tja… weet je nog dat vanmiddag iets doen….”
Ja was goed he? .. maar wil je koffie? of iets fris?
“even denken .. eeh.. sja… ” *ze heeft iets aan haar handen.. er zit niets maar ze legt het maar op tafel neer..*
Koffie? zal ik koffie meenemen? Lekker warm…
“ja eeuh.. koffie? ja… weet jij nog wat toen ..dddd sja ach weet nee”
Ik neem lekker koffie mee….
Terug aan tafel met koffie en snoepjes (die zachte gekleurde gesuikerde snoepjes)… Ze heeft een enorme snotneus die al door Bri meerdere malen was schoongemaakt maar de zakdoeken waren op. Gil haalt wat extra servetjes. Ik vraag haar of ze een snoepje wil en krijg eigenlijk geen antwoord. Ze zit op haar stoel en zit alsof ze elke moment snel op moet staan..onrustig en steeds met haar hand. Ze heeft in haar hoofd steeds het idee dat er iets in haar hand zit.. of aan zit. De hele tijd zit ze er aan te frummelen en houd ze haar duim, wijs en middelvinger strak tegen elkaar aan. Vaak doet ze haar hand boven de tafel en probeert er af te krijgen wat er heel niet zit.
Of ze een snoepje wilde had ik gevraagd eerder… haar neus is weer vol en ik geef haar een servet, “voor je neus te snuiten ma” roep ik nog en ze doet de servet rechtstreeks in haar mond…. Even geen idee wat er mee te doen zit ze daar met een servet in haar mond.. als de situatie niet zo wrang was geweest had ik er waarschijnlijk (met haar) heel hard om gelachen ooit…
Ze pakt 1 keer haar koffie terwijl we er waren.. neemt 1 slok en zet het kopje achter de schotel neer.. Haal je de schotel weg zet ze het kopje gewoon weer ergens anders neer. Wij hebben haar meerdere malen gewezen op de koffie maar op een verdwaasde blik en een soort van pakken na is de koffie verder koud weggegaan.
Terug naar de woonkamer lijkt ze even iets op te leven maar echt opgewekt zal ze niet worden. Op een slenter gangetje lopen we terug, ik probeer nog op een manier tot haar door te dringen maar de apathie neemt langzaam maar zichtbaar zeker steeds meer van haar leven over…
Alweer snikkend blijft ze achter.. aan tafel met een mopperaar, een iemand die nog verder is dan haar en een ander… en ik betrap me er op dat ik steeds meer moeite krijg moed te verzamelen haar te bezoeken… en dat voelt heel slecht…
Het zal ook niet gebeuren, tot haar laatste ademstoot zal ik er lastig blijven vallen…
Menno